Carpaal Tunnel Syndroom (CTS)
Bij het Carpaal Tunnel Syndroom (CTS) is de druk op een zenuw in de pols verhoogd. In de “tunnel” van de pols kan de druk zodanig hoog worden dat de zenuw niet normaal meer kan functioneren. De zenuw raakt daardoor afgeklemd. Hierdoor ontstaan pijnklachten in de hand en vingers, die kunnen samengaan met tintelingen. De pijn kan uitstralen naar je onderarm en elleboog tot in je schouder.
Door de verminderde zenuwfunctie en kracht lijkt het ook alsof je onhandiger bent geworden in het uitvoeren van bewegingen met de hand en vingers.
Door het dragen van een polsbrace of polsbandage nemen de pijnklachten af. Tevens bieden ze ondersteuning en rust, waardoor het herstel van de pols wordt bevordert. Bovendien zal je beter slapen omdat de brace ook ‘s nachts gedragen kan worden.